Dat constateert Rick Everts die aan de Erasmus Universiteit promoveerde op de vraag: hoe kun je van de muziek leven? In Trouw verscheen een artikel dat ingaat op bands en ondernemerschap. Dat willen we je niet onthouden. Want hoe getalenteerd je ook bent, er komt meer bij komen om succes te hebben...
Hij was eindeloos gemotiveerd’ om door te breken als artiest, om voor volle zalen te spelen, te kunnen leven als muzikant. Hij ging niet op vakantie, miste verjaardagen en begrafenissen omdat hij moest repeteren of moest optreden. “Ook toen mijn broertje een keer jarig was”, zegt de 31-jarige Sjoerd Vriesema. “Als ik daar nu op terugkijk, denk ik: wat een onzin.”
Vriesema was de frontman van Stuart Mavis, een band die vier jaar geleden is opgeheven. Ze waren best succesvol. Hun muziek is honderdduizenden keren via streams beluisterd, ze toerden in Nederland, hadden een contract bij Sony Music en stonden diverse malen op Eurosonic Noorderslag in Groningen.
Elke band die door wil breken, moet daar spelen. Maar de weg naar Groningen is lang en soms ondoorgrondelijk. Het overgrote deel van de bands haalt het festival in het noorden niet. En zelfs het plukje bands dat Noorderslag wel haalt, is nog lang niet verzekerd van een toekomst in de muziek, zegt Rick Everts die vrijdag aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam promoveert op zijn proefschrift Making a Living in Live Music.
Vier jaar lang deed Everts onderzoek naar de carrières van beginnende muzikanten, volgde 214 bands die op vijf edities van Noorderslag hebben opgetreden en keek hij mee bij de opleidingen tot popmuzikant. De studenten die aan deze opleiding beginnen, krijgen al snel een ontnuchterende boodschap.
“Ze komen binnen in de hoop dat zij de nieuwe Kensington of de nieuwe grote singer-songwriter worden”, zegt Everts. “Maar dan komt de realitycheck. Dat is echt voor een enkeling weggelegd, zeggen de docenten. Zij propageren om ook bijvoorbeeld twee dagen per week muziekles te geven, of te werken als sessiemuzikant om voldoende te verdienen. Dat vinden studenten best een stressvolle boodschap.”
Werken in de muziek betekent overleven in een superster-economie, legt Everts uit. Streams via bijvoorbeeld Spotify leveren weinig op, dus het geld moeten muzikanten verdienen met live optredens.
“Er zijn bands die veel kunnen optreden en dus goed verdienen. Dat geldt voor ongeveer 5 procent; dat zijn de sterren. Daarachter zit een enorme groep muzikanten die weinig optredens krijgen en ook weinig verdienen. De helft van de acts treedt minder dan tien keer per jaar op. Zij krijgen daar minder dan 2.000 euro per optreden voor.
“Daarvan moet je de manager betalen, de geluidsman, het busje en je moet het geld verdelen met je bandleden. Er wordt dus eigenlijk niets aan verdiend. Daarom stoppen veel live acts ermee. Na vijf jaar is 50 procent van de acts die op Noorderslag stonden verdwenen. Na acht jaar is dat 75 procent.”
Het moment waarop bands serieus aan stoppen denken, begint meestal een jaar na Noorderslag. In het eerste jaar werkt het optreden in Groningen nog door en krijgen zij aanvragen voor nieuwe optredens. Als na dat eerste jaar het aantal optredens stokt, is dat in de meeste gevallen het begin van het einde.
“Dan merken bandleden: dit gaat ons wel of niet lukken. Ze besluiten ofwel om de band voort te zetten als een hobbyproject, of de band op te heffen waarna de leden het in een andere samenstelling nog een keer proberen.”
Of zij stoppen helemaal met optreden. Zoals Vriesema. De romantiek was er voor hem wel vanaf. “Als ik aan het toeren was, moest ik na het optreden nog de bandbus naar een industrieterrein rijden en daarna met gitaarkoffer op mijn stuur naar huis fietsen, dan lig je om 5 uur ’s ochtends in bed. Op een gegeven denk je: ik heb voor vijftig mensen gespeeld. Is dat alle moeite wel waard?”
Midden in de nacht met de gitaar op het stuur was het grootste probleem niet. Het was de combinatie van en toeren en nieuwe muziek maken en ondernemer zijn, waar Vriesema het moeilijk mee kreeg. Er komt veel bij kijken, zegt hij. Het managen van de band, optredens regelen, betalingen, promotie, sociale media.
“Ondernemerschap is heel erg belangrijk”, zegt ook Everts. “Telkens als ik dit zeg, reageert iemand met: ja, maar Pietje moet je ’s ochtends uit zijn bed trekken en in de auto zetten voor ieder radio-interview en hij is wel ver gekomen. Als je heel goed bent, dan kan dat gebeuren.
“Voor degene die dit geluk niet heeft, die niet de uitzonderlijke sound heeft waardoor succes vanzelf komt, is dat ondernemerschap erg belangrijk. De basis blijft natuurlijk dat je goede muziek maakt, maar er zijn er veel die dat kunnen. Dat merk je ook op Noorderslag. Ondanks dat bands goede muziek maken, redden ze het vaak niet.”
Na Noorderslag en de tours die Vriesema heeft gedaan, dacht hij: moet ik nog drie jaar doorgaan op deze manier, zonder geld te verdienen? Nee. “Het was een mooi moment om te stoppen. Ik had bereikt wat ik wilde bereiken. Al bleef de echte grote doorbraak uit.”
En die droom dan, van een leven als popster? “Die is denk ik inherent aan jong zijn. In het begin heb je bewijsdrang. Puur op bewijsdrang ben ik ook zo ver gekomen. Maar zodra dat afneemt, kijk je anders naar wat je doet. Ik had mijn identiteit ontleend aan artiest zijn, wat een hele grote factor was in mijn leven.
“Uiteindelijk bleek ik er helemaal geen last van te hebben toen dat artiestenbestaan wegviel. Ik ben een eigen muziekproductiebedrijf begonnen: Lake Woozoo. Daarmee begeleid ik andere artiesten en geef ze wat ik zelf zo heb gemist in de tijd toen ik zelf speelde. Daar haal ik nu voldoening uit.”
Bron: Trouw.